(VERMOGENDE) PARTICULIEREN
Aanpassingen voor box 3, sparen en beleggen
Om de belastingdruk op kleinere vermogens te verzachten, wordt voorgesteld het heffingsvrije vermogen in box 3 te verhogen van € 30.846 naar € 50.000 (voor partners samen van € 61.692 naar € 100.000). Ook worden de schijfgrenzen opnieuw vastgesteld, waarbij de 2e schijf begint bij een vermogen van € 100.000 en de 3e schijf bij € 1.000.000. Om dit pakket deels te dekken, wordt het belastingtarief in box 3 verhoogd van 30% naar 31%.
Doordat het belastbaar inkomen in box 3 voor iedereen daalt, heeft dit een neerwaarts effect op het verzamelinkomen. Om te voorkomen dat hierdoor meer aanspraak gemaakt kan worden op een (hogere) toeslag, wordt voorgesteld om de vermogenstoets voortaan te baseren op de rendementsgrondslag in box 3.
Tarieven inkomstenbelasting 2021
Belastingplichtigen die aan het begin van 2021 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2021 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken.
Box 1-tarief 2021 | Bel.ink. meer dan (€) | maar niet meer dan (€) | Tarief 2021 (%) |
Schijf laag tarief | – | 68.507 | 37,10% |
Schijf hoog tarief | 68.507 | – | 49,50% |
Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen.
Gewijzigde heffingskortingen
Hierin zijn alleen de wijzigingen in heffingskortingen opgenomen zoals vermeld in de Memorie van toelichting van het Belastingplan 2021. Deze betreffen belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor AOW-gerechtigden gelden lagere maxima.
Heffingskortingen | 2020 (€) | 2021 (€) |
Algemene heffingskorting maximaal | 2.711 | 2.837 |
Arbeidskorting maximaal | 3.819 | 4.205 |
Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal | 2.881 | 2.815 |
Jonggehandicaptenkorting | 749 | 761 |
Gewijzigde ouderenkorting
De ouderenkorting voor AOW-gerechtigden wordt extra verhoogd. De alleenstaande ouderenkorting ondergaat slechts een inflatiecorrectie.
Heffingskortingen | 2020 (€) | 2021 (€) |
Ouderenkorting maximaal | 1.622 | 1.703 |
Alleenstaande ouderenkorting | 436 | 443 |
Proportionaliteit kinderopvangtoeslag
Als de kosten van kinderopvang door de ouder slechts gedeeltelijk zijn betaald, wordt het recht op toeslag voortaan vastgesteld naar rato van het bedrag aan kosten dat tijdig is betaald. Het volledige bedrag aan toeslag wordt dus niet langer teruggevorderd. Dit is een wettelijke vastlegging van de uitspraken van de Raad van State sinds oktober 2019. Ook krijgt de Belastingdienst/Toeslagen de bevoegdheid om bij bijzondere omstandigheden de terugvordering van kinderopvangtoeslag te matigen. Voorts komt er meer ruimte voor belanghebbenden om hun zienswijze kenbaar te maken bij het vaststellen van een definitieve beschikking. Er komt meer maatwerk.
Vorige: Auto
Volgende: Overige maatregelen